Projectopzet

Werkpakket 2 richt zich op de archeologie van het grensgebied van de Nedergermaanse limes in de Romeinse tijd. Het doel is te begrijpen hoe de limes functioneerde, en wat de invloed ervan was op de gemeenschappen aan weerszijden ervan. Was de limes gesloten en fungeerde ze als een barrière tussen de mensen in de Romeinse provincie en de Germaanse gemeenschappen ten noorden daarvan? Of was de limes in sommige perioden helemaal niet gesloten? Tegelijkertijd zal de limes ook als een ‘snelweg’ hebben gefunctioneerd voor transport van west naar oost, door middel van rivier- en wegtransport langs de Rijn.  Deze thema’s zullen worden bestudeerd door, ten eerste, het opnemen van gegevens van opgegraven nederzettingen en begraafplaatsen aan weerszijden van de Rijn, in een zone die zich uitstrekt van Noord-Frankrijk en België tot Noordwest-Duitsland. Ten tweede zal het fenomeen van tijdelijke kampen worden bestudeerd: hoe verhouden tijdelijke kampen zich tot de meer permanente militaire fortificaties? Ten derde zullen verspreidingskaarten van materiële cultuur uit verschillende perioden en van uiteenlopende aard worden samengesteld, en het zijn vooral de verschillen tussen deze kaarten die waardevolle inzichten opleveren in de manier waarop goederen (en mensen?) zich verplaatsten. De gegevens over deze objectverspreidingen zullen worden verzameld in nauwe samenwerking met vrijwilligers, gebruik makend van de bestaande PAN-database, terwijl de verschillende acties in dit werkpakket ook bijdragen aan het toevoegen van meer vondstdocumentatie. Voor de beoordeling van de aard van de limes en de invloed ervan op plattelandsgemeenschappen door de tijd heen, zullen verschillende fasen worden bestudeerd, variërend van de periode vóór de oprichting van de limes tot het hergebruiken van Romeinse structuren in de Vroege Middeleeuwen.

Deze kwesties zullen worden bestudeerd via een aantal subprojecten, waaraan veel partners zullen deelnemen. Het werkpakket verbindt en combineert verschillende lopende inspanningen en zal ook nieuw onderzoek opstarten.

Werkpakket 3 beoogt vast te stellen welke effecten de Limes heeft gehad op de mate van mobiliteit, het dieet en de gezondheid van mensen tijdens de Romeinse tijd. Het onderzoek zal gebruik maken van revolutionaire ontwikkelingen in isotopen- en genetisch onderzoek om verschillen in de herkomst van individuele personen vast te stellen en de aanwezigheid van ziekteverwekkers en gewas-varianten aan te tonen.

Onderzoekers Lisette Kootker, Gareth Davies en promovenda Maura De Coster zullen vernieuwende technieken binnen het Sr-C-N-O isotopenonderzoek toepassen om een nieuwe Sr  isotopenkaart van Nederland te genereren, het paleodieet te achterhalen en mogelijke herkomstgebieden te definiëren van gecremeerde skeletresten en geassocieerde fauna verspreid over het Nederlands-Duits-Belgische grensgebied van de Limes. Met hulp van onze partner bij de Universiteit van Kopenhagen in Denemarken zal ancient DNA (aDNA) onderzoek worden gebruikt om inzicht te krijgen in de genetische verwantschap en variatie van begraven personen.

Ancient environmental DNA (ancient eDNA) biedt kansen om de aanwezigheid van ziekteverwekkers en plantensoorten aan te tonen in sedimentmonsters uit archeologische opgravingen aan weerszijden van de Limes. In samenwerking met onze partner in Kopenhagen, wereldleider op dit onderzoeksgebied, zal binnen het eDNA laboratorium van WENR een speciale faciliteit voor analyse van ancient eDNA worden opgezet. Promovendus Kadir Toykan Özdoğan en Gertjan Plets (UU) zullen samen met het WENR team, onder leiding van Arjen de Groot, protocollen ontwikkelen voor het isoleren van DNA uit archeologische bodems, en voor het destilleren van specifieke gewas-cultivars en ziekteverwekkers uit de verkregen DNA poel (in het lab of via bioinformatische analyse). Het einddoel daarvan is om eerste inzichten te krijgen in de gezondheid van Romeinse militaire en burgerpopulaties, in de geografische verspreiding van ziekten en gewassen in het grensgebied van het Romeinse rijk.

Het belangrijkste streefdoel van dit werkpakket is het modelleren van de menselijke mobiliteit in het Romeinse grensgebied over de tijd heen door gegevens over materiële vondsten te integreren met gegevens over menselijke, dierlijke en botanische vondsten om zo meer inzicht te bieden in de ruimtelijke en temporele verschillen in migratiepatronen en transport- en handelsroutes.

Werkpakket 4 onderzoekt de herontdekking van de limes als cultureel erfgoed vanaf het einde van de Middeleeuwen tot vandaag. Dit werkpakket richt zich allereerst op de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek naar de archeologische overblijfselen van de Romeinse rijksgrens, zoals die in dialoog werden gebracht met de schriftelijke bronnen uit de Oudheid. Welke vragen stelden onderzoekers, met welke collecties en vindplaatsen werkten ze? Wat waren hun concepten en interpretatiekaders?

Tegelijk onderzoeken we hoe deze kennis over de limes door een bredere publiek werd ontdekt verspreid als gedeeld – en soms ook omstreden – cultureel erfgoed. Hierbij spelen vooral in de lange negentiende eeuw vaak nationale interpretaties een rol. De verbeelde tegenstellingen tussen Germanen en Romeinen kon gebruikt worden om nationale identiteiten mee te verankeren. De Romeinse grens door het hart van Europa werd genationaliseerd. Zo omarmden sommigen de Romeinen als erflaters van onze beschaving, terwijl anderen zich in de loop van de tijd liever presenteerden als erfgenamen van Germaanse – of Keltische of Bataafse – tradities en bloedlijnen. We onderzoeken hoe bij deze verbeeldingen termen als ras, beschaving en moderniteit werden ingezet, en ook hoe vergelijkingen kunnen worden gemaakt met koloniale en imperialistische beschavingsoffensieven.

Tenslotte onderzoeken we hoe dit erfgoed gebruikt binnen discussies over de Europese integratie, en geconceptualiseerd als werelderfgoed met universele waarde door organisaties als UNESCO.

  • Kunsthistoricus Koen Ottenheym (UU) richt zich op de vroege periode vanaf de late Middeleeuwen tot de achttiende eeuw. Hij onderzoekt hoe humanistische geleerden, antiquairs en geleerde kunstenaars de oude geschreven bronnen interpreteerden en probeerden ter plaatse materieel bewijs te vinden in de regio’s langs de rivieren Donau en Rijn.
  • Archeologen en cultuurhistorici Gertjan Plets, David van Oeveren en Jaap Verheul (UU) richten zich op de lange negentiende eeuw. Zij onderzoeken de ontwikkeling van een wetenschappelijk infrastructuur (bijv Rijksmuseum van Oudheden olv de eerste hoogleraar archeologie Caspar Reuvens in 1818) en Romeinse vindplaatsen (bijv. Voorburg (Forum Hadriani), Nijmegen (Noviomagus), en Utrecht (Traiectum)). Tegelijk brengen zij in kaart hoe deze kennis onder een breed publiek werd gedeeld, bijvoorbeeld via schoolonderwijs, kranten en populariserende boeken. Met digital humanities technieken kan inzicht gekregen worden in de schuivende patronen en sentimenten in verwijzingen naar de Romeinse limes.
  • Politiek geografen Paschalina Garidou, Henk van Houtum en Luuk Winkelmolen aan het Nijmegen Centre for Border Research richten zich op de verbeelding en articulatie van begrensde identiteiten in het hedendaags debat. Zij mobiliseren de concepten bordering, ordering en othering om openlijke maar vaak ook subtiele en gecodeerde beelden van  identiteiten en verschillen te analyseren.

In dit werkpakket analyseren we de betekenis van de Romeinse Limes voor de hedendaagse geopolitiek.

De erfenis van het Romeinse lexicon

Veel van de kernbegrippen die gerelateerd zijn aan het idee van de Romeinse limes (grenzen, liminaliteit, campus, fort, territorium, imperium, beschaving, (bio)politiek, immuniteit, burgerschap, en barbaren) hebben een belangrijke invloed gehad op hoe we vandaag denken en filosoferen over grenzen, territoriale identiteitspolitiek en migratie. We zullen analyseren hoe deze klassieke concepten met betrekking tot het begrenzen van een territorium door de tijd zijn gereisd en hoe ze de huidige academische debatten in domeinen als geopolitiek, politieke geografie en grensstudies inspireren. 

De populistische mythen van de Romeinse B/ordering and Othering’ 

Het is opvallend om te zien dat het, vooral onder populistische en conservatieve politici, in zwang lijkt te zijn om voor binnenlandse verkiezingsdoeleinden te verwijzen naar de val van het Romeinse rijk, en dan met name met betrekking tot het verhitte debat over migratie. In deze context deinzen sommigen, zoals Donald Trump, Geert Wilders en Boris Johnson, er zelfs niet voor terug om propagandistische vergelijkingen zoals “einde van de beschaving”, “bescherming van onze grenzen”, “invasie van barbaren”, “donkere eeuwen” te gebruiken om de noodzaak van sterke, nationalistische grenzen en muren te benadrukken. We analyseren kritisch waarom, hoe en met welke anachronistische, historisch misleidende en selectieve verhaalelementen in de huidige politieke en publieke debatten wordt verwezen naar de vermeende grensfilosofie van de Romeinen. 

Kortom, in dit werkpakket streven we naar een beter epistemologisch begrip en een deconstructie van de populistische mythen over de Romeinse erfenis voor de territoriale grenspolitiek van vandaag. 

Het werk in dit werkpakket zal voornamelijk worden verricht door politiek geografen van het Nijmegen Centre for Border Research van de Radboud Universiteit Nijmegen, te weten prof.dr. Henk van Houtum (coördinator), Paschalina Garidou Msc, en Luuk Winkelmolen Msc.